Een
scancode wordt gemaakt door een computertoetsenbord telkens wanneer een toets wordt ingedrukt en wanneer deze wordt ingedrukt. Nadat het toetsenbord de scancode heeft gemaakt, wordt deze serieel ontvangen door de computer op I / O-poort 60h. Na te zijn ontvangen laat de toetsenbordcontroller de microprocessor toe dat een scancode gereed is om gelezen te worden door het afgeven van interrupt 9h. De computer gebruikt vervolgens de BIOS-codes om de scancode aan te passen aan de corresponderende toets die is ingedrukt. Nadat de scancode is gekoppeld, kan de software de ingedrukte toetsen lezen door onderbrekingen 16h uit te voeren.
Toetsenbordtermen