De "status" -variabele kan een eenvoudig gegevenstype zijn, maar er kunnen complexere gegevensstructuren worden gebruikt. Een gebruikelijke techniek is het maken van een toestandsovergangstabel, een tweedimensionale array die rijen omvat die elke mogelijke status representeren, en kolommen die invoerparameters voorstellen. De waarde van de tabel waaraan rij en kolom voldoen, is de volgende staat waarin het apparaat moet overschakelen als aan beide voorwaarden is voldaan.
Eindige toestandsmachine, invoer, paradigma, programmeervoorwaarden